Kan iemand mij vertellen of Jeroen Bleekemolen misschien in het grootste geheim een stoomkatapult starter, zoals op vliegdekschepen gebruikt wordt, gebruikt? Of heeft de snelle midtwintiger uit het duinengebied rond ons nog immer in gebruik zijnde nationale racehistorisch museum wellicht illegaal een launchcontrolsysteem van het Renault Formule1 team overgenomen en gemonteerd op zijn A1GP? Of moet de oorzaak van de superstarts worden gezocht in een lager soortelijk gewicht van oranje verf dan in alle andere soorten?
Het mag duidelijk zijn, uw columnist heeft weer ouderwets genoten van een superstart van een Neerlandse coureur. Het was geen Jos, maar wel een Jos-waardige start. Voordeel van een Jos-waardige start van Jeroen is dat de start net zo excellent is als van de Limburger, maar dat er verder een stuk minder geleuter omheen plaats vindt dan met diezelfde Limbo…

En wat te denken van dat kleine, jonge, groene Duitse kereltje? Groen vanwege zijn bijnaam (Hulk) maar zeker niet vanwege zijn acties die tonen dat hij een onervaren rijder is, want ik heb dat jochie nog niet kunnen betrappen op het maken van één lullig foutje!
Dat andere groene team daarentegen, Pakistan, doet niet anders dan fouten stapelen op traagheid en aaneenrijgen met onoplettendheid, wat immer wordt gevolgd door lompweg daar te rijden waar de échte coureurs ook willen rijden. Op zich niet erg, want dat klinkt als een gevecht en dat is nu precies waarvan de toeschouwer zo maximaal kan genieten in A1GP. Maar onze waarde vriend Nur Ali rijdt altijd op die plek op de baan waar iedereen rijden wil, maar dan wel in de geschiedenis… Ali komt immer vijf rondjes aan de finish te kort, hij heeft nog nooit een volledige raceafstand afgelegd, terwijl zijn traagste collega’s zelfs op minder achterstand van de top finishen.

Het was in de smalle straten van Durban weer een prachtig schouwspel van 23 snelle bolides, in potentie in ieder geval, die vochten om de punten in het inmiddels bekende format van sprint- en hoofdrace.
Over Hülkenberg kunnen we kort zijn, hij kwam zag en overwon alles wat er te winnen viel en iedereen die er te overwinnen was. Pole, snelste ronde, winst, winst, koploper in het WK, dat was de samenvatting van de race van Duitsland.

Frankrijk had meer problemen: knokkenderwijs kwam Loic Duval door de sprint heen en bemachtigde een tweede plaats. Eigenlijk dus de eerste plaats, want Duitsland mag wat mij betreft niet meer meedoen zolang Hulk in de A1GP bolide rijdt. Vanaf P2 startend kreeg de jonge Fransman direct Bleekemolen om z’n oren, die en passant (om het even in toepasselijke Franse termen te houden) Matt Halliday van Nieuw Zeeland het gevoel gaf dat hij achter een looprekje door de Kalverstraat op zaterdagmiddag liep.
Bleek was ontketend en dreigde goed te maken wat hij in de kwalificatie had laten liggen. Jeroen was naar Zuid Afrika gekomen om te winnen en niets minder dan dat en hij was hard op weg te laten zien dat hij het meende! Direct na de start werd P2 veroverd, ondanks de problemen in de chicane met een wagen of zes die op een kluitje aan het vechten waren o het laatste parkeerplekje in de garage nabij de Kalverstraat op zaterdagmiddag.

De Safety Car kon Bleek nog in de kaart spelen, maar de pitstop bleek onoverkomelijke problemen te geven voor de Oranje bolide. De stop an sich (om maar even wat toepasselijke Duitse termen te bezigen) ging uitstekend, ook het wegrijden was niet zozeer het probleem. Het enige foutje was dat Bleekemolen hierin net te veel naar Nur Ali gekeken leek te hebben, hij trachtte precies daar te gaan rijden waar al iemand reed. Een aanrijding was onvermijdelijk, carrosserieschade bleef uit, maar een tijdstraf helaas niet. Een drive-through viel Jeroen ten deel en dat koste hem het podium. Terug in de race als zesde bleef hij gevangen zitten achter de herintreder Parente van Portugal, die een sterke race reed. Jeroen kwam er niet voorbij, ondanks aandringen liet Alvaro nergens een foutje zien en hield Bleek de hele race achter zich.

Na het wegvallen van onze landsman ontspon zich een prachtige strijd voor P2 tussen de rood-wit-blauwe Robbie Kerr en de hoogglans zwarte Matt Halliday. Laatstgenoemde kende hetzelfde probleem als Bleekemolen, hij was sneller bij tijd en wijle, maar wist geen gaatje te vinden om zich langs zijn tegenstrever te wringen. Halliday waagde geen alles of niets poging en scoorde een keurige derde plaats, achter Kerr en de Hulk.
De Nieuw Zeelander liet zich niet gek maken op P2 door de af en toe aandringende Jani op P4. Geen van de rijders toonde een Jos-waardige stupide crash zoals vorig jaar in diezelfde Durbaanse straten nog het geval was met de oranjeman uit Limboland, die het superstarten ooit tot kunst verhief.

By peter